Filosofische kronkels
 

Silence is the language God speaks,
and everything else
is a bad translation.

Thomas Keating

 

Bewustzijn

 

Bewustzijn is geen epifenomeen van hersenprocessen,
bewustzijn is de immanente essentie van al het bestaande, alles bestaat in en door bewustzijn.

 

De cruciale fout die het denken maakt is de veronderstelling dat een lichaam bewustzijn kan hebben. Bewustzijn is een energieveld. Je kunt bewustzijn vergelijken met een oceaan waarin draaikolken ontstaan die de illusie hebben als zelfstandige entiteit te functioneren. Bewustzijn is als de wind, zodra er rust en stabiliteit heerst opereert het als één geheel. Zodra er onrust en instabiliteit ontstaat krijg je egocentrische fractalen die de illusie hebben als zelfstandig eenheid te functioneren. 

Ad Commeren 

Hoe kan bewustzijn het resultaat zijn van de fysieke wereld, indien de fysieke wereld zelf bij de gratie van het verval van de kwantumgolf bewuste observatie vereist? Bewustzijn kan dus niet oorzaak en gevolg tegelijk zijn! Dit kip en ei probleem kan alleen worden opgelost door bewustzijn als fundamenteel te beschouwen.  

Amit Goswami 


 

Wijsheid komt niet voort uit het verzamelen van kennis,
maar uit het beseffen van de beperktheid van kennis.
Door kennis kom je niet werkelijk iets te weten.
Je komt pas werkelijk iets te weten
als je je kunt ontspannen in niet-weten.

Nin sheng 




Bewustzijn heeft een eigenschap die de brug is tussen het tijdloze en ons valse gevoel van afgescheidenheid, die eigenschap is aanwezigheid. Aanwezigheid is onze constante aard, maar meestal verstoren we die door te leven in een staat van verwachting, motivatie of interpretatie. We zijn bijna nooit thuis. Om onze vrijheid terug te vinden moeten we deze projecties loslaten en de mogelijkheid van aanwezigheid toelaten. De echte ontdekking ervan, of onze toegang ertoe, kan slechts gedaan worden in de kern van wat is. Hier verblijft spontane levendigheid en hier kunnen we het onbekende vrijuit verwelkomen.

Tony Parsons 




Het idee dat we het leven zouden kunnen beheersen,
weerhoudt ons ervan het leven te ervaren
als een eindeloze stroom van mogelijkheden.
Juist als je de controle loslaat,
kan het leven zich in zijn volle omvang tonen.

 Jeff Foster 



Ben jij het beperkte, gemankeerde wezen
waar je gedachten je in willen laten geloven?
Of ben je het bewustzijn dat vrij is van deze gedachten;
De ruimte waarin deze gedachten komen en gaan?

Het denken kan verwoede pogingen doen
om veiligheid, geluk en compleetheid te vinden,
maar zal hier uiteindelijk nooit in slagen,
omdat het vermeende tekort aan deze dingen een illusie is
die het denken zelf heeft gecreëerd.

Erik van Zuydam



Verhaaltjeswerelden

Wij leven niet in de echte wereld maar in een evocatieve wereld, of zoals Immanuel Kant het zegt, wij zijn niet bezig met ‘das ding an sich’ maar met ‘das ding für mich’. Wij leven als het ware in verhaaltjeswerelden waarin wij onszelf wijs maken dat de dingen waarmee wij ons bezig houden belangrijk en waardevol zijn. Alles wat wij denken en doen komt voort uit onrust. Deze onrust ontstaat doordat wij gevangen zitten in een ego dat conflicteert met de werkelijkheid en daardoor alleen vorm kan krijgen in een evocatieve wereld. Wij zijn gevangenen van verzamelingen recursieve processen en patronen, onze verhaaltjeswerelden. Ontsnappen aan deze wereld is niet mogelijk via het denken, omdat gedachten juist ontstaan door de onrust. Denken creëert alleen maar nieuwe verhalen om de onrust vorm te geven maar geeft geen beeld van de werkelijkheid. De werkelijkheid is de zijnstoestand die niet aangeraakt is door het denken.

Ad Commeren 



Wanneer je bereid bent de drang
om alles te willen begrijpen prijs te geven,
zal alles wat je via be-grijpen hoopte te vinden
aan je worden geopenbaard.

Gangaji 


 

Waarom bestaat er iets en niet niets?

 

Ondanks mijn overtuiging dat er geen persoonlijk God bestaat houd de bovenstaande vraag mij steeds bezig. Aan deze vraag heeft John Cornwell een hoofdstuk gewijd in zijn boek “Darwins engel” wat bedoeld is als repliek op het boek “God als misvatting” van Richard Dawkins. Uit dit hoofdstuk wil ik wil hier graag het deel citeren dat mij ontzettend aansprak. 

Het boek “Darwings engel” is geschreven in dialoog vorm gericht aan Richard Dawkins. 

Er is duidelijk een verschil tussen een religieus begrip van God, waarbij geloofsovertuigingen, heilige boeken, gebeden en riten een rol spelen, en de zuiver rationele verkenning van filosofen die leiden tot een weddenschap over de vraag hoe waarschijnlijk, of misschien onwaarschijnlijk, het bestaan van een schepper is. Jij (Richard Dawkins) hebt, zoals ook anderen in de afgelopen drie eeuwen, de tweede route gekozen en je bent tot de conclusie gekomen dat het bestaan van God onwaarschijnlijk is. Je formuleert het zo: ‘Het is vrijwel zeker dat er geen God is.’ Toch zijn er in een tijdsbestek van drieduizend jaar – vanaf Plato en Aristoteles in het oude Griekenland tot Alfred North Whitehead en Ludwig Wittgenstein in de twintigste eeuw – filosofen geweest wier onderzoek weliswaar geen definitief bewijs voor het bestaan van God opleverde, maar evenmin tot de conclusie voerde dat de wereld godloos is. Er is een briljante dominicaan geweest, pater Herbert McCabe (1926-2001), die er zijn levenswerk van maakte om, met behulp van het gedachtegoed van Thomas Aquino, uit te leggen wat de bewering dat God bestaat, betekent. Het uitgangspunt van pater McCabe is dat het bestaan van God bewijzen niet betekent dat er een eindconclusie volgt. Het is een voortgaand en nooit eindigend proces, zoiets als de geldigheid van de wetenschap bewijzen – niet van bepaalde feiten waar de wetenschap zich mee bezighoudt, maar van de wetenschap als een betrouwbaar streven naar voorlopige ontdekkingen en theorieën: een eindeloos onderzoek van het onbekende. Zo is het ook met filosofische bewijzen voor het bestaan van God: ook dat is een kwestie van eindeloos onderzoek. Als bepaalde zaken of gebeurtenissen in de wereld bij wetenschappers terecht de vraag ‘hoe komt het?’ oproepen, waarom zou je dan die vraag, ‘hoe komt het?’, niet óók mogen stellen als het om het bestaan van de hele wereld gaat? Om pater McCabe te citeren: ‘Kunnen we ons het hoofd breken over het feit dat de wereld bestaat en niet niets?’ Klaarblijkelijk kunnen stervelingen dat, en ze doen het ook vaak: zich het hoofd breken over de vraag ‘waarom is er iets en niet niets?’ Volgens pater McCabe komt zich het hoofd breken over het bestaan van God daarop neer.
Hoe gaat dat in zijn werk?
Stel je hebt een hond, een labrador die Vlekkie heet, en ik vraag je: ‘Hoe komt dat?’ Misschien wil ik weten of je zelf van labradors houdt of dat iemand bij je thuis er erg op gesteld is. Mijn vraag is niet problematisch en het antwoord is dat evenmin. Maar stel dat ik zou vragen : ‘Hoe komt het dat Vlekkie een hond is?’ Daarmee verplaats ik het ‘waarom?’ dat in de vraag ‘hoe komt dat?’ besloten ligt, naar een ander niveau: het is nu een vraag over het bestaan van soorten, waarop Charles Darwin, Gregor Mendel en in de afgelopen eeuw ook anderen uitvoerig antwoord hebben gegeven. De vraag gaat nog steeds over Vlekkie, die ene hond van jou, maar ditmaal over Vlekkie als deel van een populatie, de biologische groep waartoe honden behoren. Nu houden de ‘hoe komt dat?’ vragen, en antwoorden, hier niet op. Ze kunnen nog op andere niveaus worden gesteld en dan komen we terecht op het terrein van de biochemie en uiteindelijk bij de fysica en de wetten van het universum na de oerknal. Ik zou het ook zo kunnen formuleren: ‘Hoe komt het dat Vlekkie jouw hond is en niet van iemand anders?’ Een niveau hoger: hoe komt het dat hij een hond is en geen kat?  Op het daaropvolgende niveau: hoe komt het dat hij een levend wezen is en geen stuk dode materie? Enzovoort. Al deze vragen hebben nog altijd betrekking op Vlekkie. Op steeds andere niveaus wordt de vraag ‘wat maakt dat Vlekkie is wat hij is?’ afgezet tegen wat hij niet is, maar had kunnen zijn. In elke vraag staat het ‘waarom’ tegenover het ‘waarom niet?’ en elke vraag heeft betrekking op een bestaande werkelijkheid of stand van zaken waardoor Vlekkie zus is en niet zo. En dan is er nog een ultieme, radicale vraag waar we nog niet aan toe zijn gekomen en die is simpelweg: waarom bestaat zo’n wezen als Vlekkie en waarom bestaat er in plaats van hem niet niets? Deze vraag legt geen verband tussen Vlekkie en zijn eigenaar, zijn soort en de levende of dode materie, maar tussen Vlekkie en alles, het hele universum, de hele wereld. Waarom is er iets en niet niets?  Dat is de vraag naar God.
Sommige wetenschappers en filosofen, Bertrand Russel bijvoorbeeld, hebben geprobeerd die ultieme waaromvraag weg te wuiven (d.w.z. niet te beantwoorden) door kortweg te repliceren dat het universum er is omdat het er nu eenmaal is, wat even arbitrair lijkt als de bewering dat honden er zijn omdat ze er nu eenmaal zijn. Nu valt niet te ontkennen dat de grootse theorie van Charles Darwin op de vraag ‘waarom Vlekkie?’ een antwoord heeft gegeven dat tegenwoordig heel gewoon klinkt; het antwoord ‘hij is er nu eenmaal’ zou dan ook volstrekt arbitrair zijn. Maar is de nonchalante reactie waarmee Russell zich van de waaromvraag afmaakte’ in haar soort niet even arbitrair? In dit geval is de vraag volstrekt ongewoon en niet van het zelfde type – hoe komt het dat er een wereld is en niet helemaal niets? – en ze opwerpen betekent het begin van een onderzoek zonder einde. Zoals de filosoof Ludwig Wittgenstein heeft gezegd: ‘Niet hoe de wereld is, maar dat ze is, is het mysterie.’

John Cornwell


 

 

 


 
Vrije wil is een illusie

 

 

Vrije wil is een illusie, de enige vrijheid die bestaat is het besef dat je, je mee laat voeren door een voorgeprogrammeerde reactie. Alle mensen reageren impulsief en hebben niet het flauwste benul van het feit dat ze altijd volgens vaste voorgeprogrammeerde patronen reageren. Het enige moment dat er van vrijheid spraken is, is op het moment dat je geest door besef zwijgt. Mensen die er van overtuigt zijn dat ze een vrije wil hebben, hebben niet in de gaten dat het onmogelijk voor ze is om in welke situatie dan ook een gedachtepatroon te ontwikkelen dat niet voorgeprogrammerd is. Iemand die in een bepaalde situatie boos wordt reageert met een scala aan voorgeprogrammeerde reactiepatronen maar alleen besef kan er voor zorgen dat het gevoel van boosheid achterwegen blijft zodat er vrijheid zonder willen ontstaat.

 


   

  Als je het contact met de innerlijke stilte in je verliest,
Verlies je het contact met jezelf.
Wanneer je het contact met jezelf verliest, verlies je jezelf in de wereld.
Je diepste besef van jezelf, van wie je bent, hangt nauw samen met innerlijke stilte.
Dat is het ik ben dat dieper gaat dan naam en vorm.

 

 Uit ‘De stilte spreekt’ van Echart Tolle


 

 Je zegt: ‘Ik wil mezelf kennen.’
 Je bent het ‘Ik’.Je bent het Weten
 Je bent bewustzijn waardoor alles bekend is.
En dat kan zichzelf niet kennen; het is zichzelf.
Verder dan dat valt er niets te weten
en toch komt al het weten daaruit voort.
Het ‘Ik’ kan van zichzelf geen kennisobject maken,
geen object om zich van bewust te zijn.
 

  

Uit ‘De stilte spreekt’ van Echart Tolle


 

Tao Te Tsjing tekst 1

Het Tao dat beschreven wordt is niet het werkelijke Tao.
Het werkelijke Tao is de essentie van alles dat benoemd kan worden.
Het is de oorsprong van alles en daardoor naamloos.
Degene die innerlijk stil is zal zijn diepte kunnen peilen.
Degene die leeft vanuit onrust ziet alleen zijn gedaante.
Beiden zijn echter interpretaties van het hetzelfde.

Mijn interpretatie van de eerste tekst uit de Tao Te Tsjing


  

Tao Te Tsjing tekst 37

 Tao doet niets en beroert toch alles.
Als alle doeners dit konden begrijpen,
zouden alle dingen hun natuurlijke weg kunnen volgen.
In een natuurlijke staat zouden alle wensen door een natuurlijk verloop een natuurlijk rustpunt vinden.
Bevrijd van de dwang om te doen, vinden we vrede en komt de wereld vanzelf tot rust.
 

Mijn interpretatie van tekst 37 uit de Tao Te Tsjing


  

Innerlijke Stilte

Alles wat je denkt en doet is geprogrammeerd, alleen de stiltes tussen je gedachten zijn echt. Deze ruimtes tussen onze gedachten worden door Eckhart Tolle “Innerlijke Stilte” genoemd. Zolang je de aanduiding “Innerlijke Stilte” puur als aanduiding gebruikt zonder deze te omschrijven resulteert deze niet in gedachte onrust. Zodra je echter tot omschrijven over gaat degradeer je de aanduiding tot een gedachte concept. Dit concept wordt dan een obsessie die als recursief element in je conditionering gaat werken. Alles wat je denkt en doet komt in wezen voort uit onrust. Onrust creëert vicieuze gedachtecirkels die gezamenlijk onze virtuele wereld vormen. Door het begrip “Innerlijke Stilte” te omschrijven voeg je dit toe als vicieuze cirkel aan je programmering. Door dit proces zorg je er voor dat ieder streven naar “Innerlijke Stilte” zal resulteren in een stranden op dit concept. “Innerlijke Stilte” bereik je alleen door besef. Besef wil zeggen dat je door hebt dat je in een gedachte proces aan het dolen bent dat door speculaties tot stand is gekomen. Zodra er besef is krijgt het proces geen voeding meer en stopt het vanzelf. Zolang je gewicht toe blijft kennen aan bepaalde elementen in je gedachte cyclus krijgt dit proces voeding en zal het steeds opnieuw de kop op steken. Bedenk dat je buiten de momenten van “Innerlijke Stilte” functioneert als een biochemische robot. Alleen op de momenten van “Innerlijke Stilte” ben je werkelijk aanwezig. De conditionering is er alleen om de onrust van het bewustzijn vorm te kunnen geven. 

 


  
Misleiding van het bewustzijn

De wijze waarop wij naar de schepping kijken is als het kijken naar een luchtspiegeling. Wij zijn er van overtuigd dat we naar de werkelijkheid kijken maar in wezen zijn we alleen maar bezig met interpreteren van inktvlekken zoals dat ook gebeurd bij de Rorschach-test. Onze zintuigen filteren ontzettend veel informatie weg, en wat er over blijft wordt door onze hersenen in een zeer compacte en gestileerde vorm aan ons bewustzijn gepresenteerd. Je zou kunnen zeggen dat het geen wat wij waarnemen als de werkelijkheid fake is en dat de werkelijkheid alleen toegankelijk is voor diegenen die door de fake heen kunnen kijken.

 

 



 Het steeds herboren worden is de beweging van Tao.
Meegeven is de kracht van Tao.
Alles op deze wereld wordt geboren in ZIJN;
ZIJN wordt geboren uit niet - ZIJN.

 Mijn interpretatie van tekst 40 uit de Tao Te Tsjing



Tao Te Tsjing tekst 64

Wat stil staat, kun je makkelijk vasthouden.
Wat nog niet is, kun je makkelijk voor zijn.
Wat bros is, kun je makkelijk breken.
Wat nietig is, kun je makkelijk uitbannen.
Bestudeer de dingen nog voor ze ontstaan.
Zet de dingen recht nog voor er wanorde ontstaat.

Een boom die te dik is om te omarmen is omhoog gegroeid uit een spruit.
Een toren van negen verdiepingen begint geduldig met een steen.
Een reis van driehonderd mijlen begint waar je staat.

Wie handelt faalt.
Wie grijpt verliest.
Daarom handelt de wijze niet, en faalt hij niet, daarom grijpt hij niet, en verliest hij niet.

De mensen falen vaak als ze op het punt staan te slagen.
Als je op het einde zo voorzichtig bent als in het begin, faal je niet.
Daarom begeert de wijze geen begeerten, begeert hij geen begeerlijkheden.
Hij leert geen geleerdheden, maar keert terug naar wat de mensen vergeten zijn.
Hij laat de dingen zoals ze zijn en handelt door niet handelen.